Voerefficiëntie: wat is nu echt belangrijk?
Voerefficiëntie is als fokwaarde opgenomen in de berekening van de NVI tijdens de indexdraai van april 2022. De stieren die deze fokwaarde hebben, krijgen een hogere NVI ranking dan stieren die geen voerefficiëntie in hun fokwaarde hebben. Is deze fokwaarde 'Voerefficiëntie' echter wel waar de veehouder op zit te wachten of bekijk je voerbenutting, zoals K.I. SAMEN met een praktische bril?
“Er zijn veel praktische kenmerken waarop de ruwvoeropname berust.”
Foktechnisch adviseur Mark Olieman
Fokken van koeien die ruwvoer omzetten naar melk
K.I. SAMEN heeft alweer 40 jaar een hele praktische benadering van de fokkerij en dat geldt ook voor hun kijk op voerefficiëntie. Foktechnisch adviseur Mark Olieman: “Voerbenutting betekent voor K.I. SAMEN: hoeveel melk de koe probleemloos kan produceren met ruwvoer van eigen bodem. Dit bepaalt namelijk voor het grootste deel de voerkosten. Tevens is dit beter voor het milieu, omdat je dan minder gebruik maakt van geïmporteerde grondstoffen. Er zijn veel praktische kenmerken waarop de ruwvoeropname berust. Met onze fokvisie streven we een praktische koe te fokken die in staat is om veel ruwvoer op te nemen en dit kan omzetten naar melk.”
Voor een goede ruwvoeropname moet een koe in balans zijn
Een belangrijk kenmerk is de hoogtemaat van de koe. Mark Olieman: “Wereldwijd nemen de koeien in hoogtemaat toe. Maar het gras groeit niet in de bomen en het voer ligt (meestal) niet in een verhoogde voerbak. Een koe is geen giraffe; de koeien moeten toch ‘bukken’ om bij het voer te komen op de meeste bedrijven. Hoogtemaat is geen vereiste om veel te produceren. In onze ogen is hoogtemaat echt een optimum kenmerk. De meeste 100.000 kg koeien in Nederland waren én zijn ook niet de grootste maar met een goede ruwvoeropnamecapaciteit heeft ze dit wel tot hun wereldprestaties gebracht. Het ‘bukken om te vreten moet geen inspanning zijn! Een koe met een gemiddelde hoogtemaat heeft hier totaal geen hinder van.”
“De meeste 100.000 kg koeien zijn niet de grootste, maar hebben wel een goede ruwvoeropnamecapaciteit”
Mark Olieman
Gebalanceerde melkkoe voor een goede ruwvoeropname
K.I. SAMEN laat graag het bewijs uit de praktijk zien. Mark: “Geertje 669 van Melkveebedrijf Hammink VOF te Almelo is wat wij een goede gebalanceerde melkkoe vinden. Geertje 669 is ‘slechts’ 1,52 meter hoog, maar produceert geweldig! Ze combineert een geweldige productie in combinatie met een juiste conditie en een EX 92 score voor exterieur. We hebben haar foto gebruikt om een aantal belangrijke kenmerken weer te geven die van belang zijn voor een goede melkkoe; een koe die goed presteert vanwege haar goede ruwvoeropnamecapaciteit.”
Betere ruwvoeropname? Kijk naar je koe!
Een koe die goed in balans is, heeft een betere ruwvoeropname. We hebben een aantal belangrijke eigenschappen voor een goed gebalanceerde melkkoe op een rijtje gezet:
1 Brede muil voor groot vreetvermogen
Wat wij graag zien is een koe met een brede muil, dat betekent vaak ook een brede kaak (voldoende breedte tussen de ogen) om veel ruwvoer te verwerken. Per hap neemt de koe dan meer (ruw)voer op. Dit betekent meer energieopname met minder energieverbruik. De pens doet de rest. Herkauwen gaat makkelijker in een koe met een bredere muil. Meer herkauwersactiviteit betekent een betere benutting van het ruwvoer. Een goede melkkoe heeft een groot vreetvermogen.
Het andere voordeel van een koe met een brede muil is dat het beter haar warmte kwijt kan. Een koe zweet namelijk niet zo gemakkelijk als de mens, veel warmte moet door de muil naar buiten.
2 Voldoende fokken in de breedte
Daarnaast is een voorhand met voldoende breedte ook zeker van belang voor de melkproductie. Hier zitten het hart en de longen. Voor elke kilogram melk moet er 300-400 liter bloed worden rondgepompt. Dit betekent dat er een zo goed mogelijk functionaliteit van hart en longen moet zijn. Dat is niet aanwezig bij koeien met een te smalle voorhand, daarom zien we bij K.I. SAMEN graag dieren die beschikken over een brede voorhand. Te breed is ook niet goed; dat zijn ook niet de dieren die optimaal ruwvoer in melk gaan omzetten. Koeien met een brede voorhand staan vaak ook rechter op de klauwen, bewegen gemakkelijker en staan eerder aan het voerrek.
3 Voldoende ribwelving geeft ruimte voor vertering
Een koe met voldoende ribwelving is van groot belang voor een goede ruwvoeropname. Achter de borst van de koe moet ruimte zijn voor de pens. Daar vindt de vertering van het ruwvoer plaats. Koeien met een grote ruwvoeropnamecapaciteit beschikken over veel inhoud, zonder inhoud benut de koe dit niet optimaal en zal ze snel te veel melk produceren ten opzichte van haar bouw. Dit met alle negatieve gevolgen van dien. Daarnaast zien we ook een koe met een goede wigvorm in het skelet, omdat dit ook bijdraagt aan een goede voeropname.
4 Sterke lendenen, wat heeft dat niet met ruwvoeropname te maken?
Het is van levensbelang dat een koe over voldoende kracht op de lendenen beschikt. De lenderen zijn de verbinding tussen de achterhand -lees uier- en de energiecentrale (voor- en middenhand). Sterke lenderen zijn een must voor de goede en algehele functionaliteit van de koe. Des te breder het kruis wordt, des te sterker de lenderen moeten zijn. Maar ook wordt de ruimte voor het uier flink groter. Meer ruimte voor de melkklier (uier) kan zodoende ook meer productie opleveren. Maar daarnaast ook hier breedte heeft in haar bouw, dus niet alleen een brede voorhand maar ook breedte op de lendenen en ruimte tussen de heupen. Koeien met brede lendenen hebben doorgaans ook een brede kop. De koe moet in verhouding zijn, het plaatje moet compleet zijn. Als je veel inhoud combineert met een smalle kop dan is er wel ruimte maar geen brandstoftoevoer.
5 Goede beenstand nodig om naar het voerhek te komen om te vreten
Koeien met een hoge ruwvoeropname hebben meestal ook een goede beenstand. Een goede beenstand betekent dat de druk op de binnen- en buitenklauw gelijk is. Voor een goede voorbeenstand moet de voorhand voldoende breedte hebben. Als een koe smaller is van voren krijg je sneller een ‘Franse stand’. Bij een ‘Franse stand’ staan de voorklauwen naar buiten gedraaid. Dit omdat de koe naar stabiliteit zoekt en ze eigenlijk te smal is om de klauwen recht vooruit te zetten. De druk op de binnenklauw wordt daardoor te groot en zo ontstaan problemen. Een koe met problemen aan de klauwen komt minder naar het voerhek, waardoor de voeropname en productie daalt. Een betere bouw met meer breedte zorgt voor een gezondere, vitalere en beter producerende koe, die beter blijft lopen en veel langer probleemloos blijft lopen en zo ook meer geld verdient voor de veehouder.
Een goed gebouwde koe zorgt voor meer werkplezier en inkomen
Mark Olieman: “Op de foto van Geertje 669 worden meerdere essentiële eigenschappen of kenmerken aangestipt. Al deze kenmerken verdienen aandacht omdat ze misschien niet direct van invloed zijn op de voeropname en vertering, maar zeker indirect. Een goed gebouwde koe is en blijft de basis van een gezonde, duurzame melkkoe. Een goed fundament onder een goed gebouw zorgt voor het meeste werkplezier en inkomen.”